Nashville-verklaring
Nashville-verklaring
Een gezamenlijke verklaring over Bijbelse seksualiteit
“Weet dat de HEERE God is;
Híj heeft ons gemaakt – en niet wij –…”Psalm 100:3
Voorwoord
Bijbelgetrouwe christenen ervaren dat zij leven in een historische overgangssituatie. Terwijl de westerse cultuur in toenemende mate postchristelijk is geworden, is zij bezig om op ingrijpende wijze een nieuwe invulling te geven aan wat het betekent mens te zijn. Over het geheel genomen ziet de geest van onze eeuw niet langer de schoonheid van Gods bedoeling met het mensenleven en verblijdt zij zich daar ook niet meer in. Menigeen ontkent dat God mensen heeft geschapen tot Zijn eer en dat Zijn goede doeleinden voor ons ook betrekking hebben op ons persoonlijke en lichamelijke ontwerp als mannelijk en vrouwelijk. Het is inmiddels gemeengoed ervan uit te gaan dat het menselijke zelfverstaan als mannelijk en vrouwelijk geen deel vormt van Gods mooie plan, maar dat deze veeleer een uiting is van iemands eigen autonome voorkeur. Op deze wijze wordt de weg tot volle en blijvende vreugde middels Gods goede ontwerp voor Zijn schepselen vervangen door het pad van kortzichtige alternatieven die vroeg of laat het menselijk leven ruïneren en God onteren.
Deze seculiere geest van onze eeuw brengt een grote uitdaging mee voor de christelijke kerk. Zal de kerk van de Heere Jezus Christus haar Bijbelse overtuiging, duidelijkheid en moed verliezen en opgaan in de tijdgeest? Of zal zij vasthouden aan het Woord van het leven, moed putten bij Jezus vandaan en zonder schaamte Zijn weg verkondigen als de weg des levens? Zal ze, dwars tegen de cultuur in, haar heldere getuigenis bewaren en dit getuigenis doen horen aan een wereld die langs een hellend vlak op weg lijkt naar de ondergang?
Wij zijn ervan overtuigd dat getrouw-zijn in onze generatie inhoudt dat we opnieuw getuigenis geven aan het ware verhaal van de wereld en onze plaats daarin – in het bijzonder als het gaat over man-zijn en vrouw-zijn. Gods Woord leert ons dat er maar één God is, de enige Schepper en Heere van allen. Hem alleen is ieder mens oprechte dankbaarheid, hartelijke lofprijzing en volkomen toewijding verschuldigd. Dit is de weg waarin niet alleen God wordt verheerlijkt maar waarin we ook het rechte zicht op onszelf zullen hebben. Wanneer we onze Schepper vergeten, vergeten we ook wie we zelf zijn, want Hij heeft ons voor Zichzelf gemaakt. En we kunnen onszelf niet waarlijk kennen zonder dat we Hem waarlijk kennen, Hem Die ons gemaakt heeft. Wij hebben onszelf niet gemaakt. We zijn niet van onszelf. Ons ware zelfverstaan als mannelijke en vrouwelijke personen is ons door God geschonken. Het is niet alleen dwaas maar ook hopeloos als we proberen onszelf te maken tot iets waarvoor God ons niet heeft geschapen.
Wij geloven dat Gods bedoeling voor Zijn schepping, alsook de weg der zaligheid die Hij heeft uitgedacht, ertoe dienstbaar zijn om Hem de grootste eer te geven en ons het grootste goed. Gods heilzame plan zorgt ervoor dat wij de grootste vrijheid ontvangen. Jezus heeft gezegd dat Hij is gekomen opdat wij het leven mogen hebben en dat in overvloedige mate. Hij is op ons behoud gericht en niet op ons verderf. Het is om die reden dat wij de volgende betuigingen en ontkenningen aanbieden, in de hoop dat wij hiermee de kerk van Christus dienen en hiermee openlijk getuigenis afleggen van de goede doeleinden die God heeft met de menselijke seksualiteit en die Hij in Zijn Woord heeft geopenbaard.
Artikel 1
WIJ BEVESTIGEN dat God het huwelijk heeft bedoeld als een levenslange verbondsrelatie tussen één man en één vrouw, waarbinnen seksualiteit een plaats heeft en waaruit kinderen kunnen voortkomen. Het doel van het huwelijk is de verbondsliefde tussen Christus en Zijn bruid, de Kerk, zichtbaar te maken.
WIJ ONTKENNEN dat God het huwelijk heeft bedoeld als een homoseksuele, polygame of polyamoreuze relatie. Wij ontkennen ook dat het huwelijk een louter menselijk contract is in plaats van een verbond gesloten voor God.
Artikel 2
WIJ BEVESTIGEN dat Gods geopenbaarde wil voor alle mensen betekent: reinheid buiten het huwelijk en reinheid en trouw binnen het huwelijk.
WIJ ONTKENNEN dat gevoelens, verlangens of beloften van toewijding (in welke vorm dan ook) seksuele gemeenschap voor of buiten het huwelijk ooit kunnen rechtvaardigen, evenmin als enige vorm van seksuele onreinheid.
Artikel 3
WIJ BEVESTIGEN dat God Adam en Eva, de eerste mensen, naar Zijn beeld heeft gemaakt, voor God als personen gelijkwaardig, als man en vrouw verschillend.
WIJ ONTKENNEN dat de door God bepaalde verschillen tussen man en vrouw hen ongelijk maken in waardigheid of waarde.
Artikel 4
WIJ BEVESTIGEN dat de door God bepaalde verschillen tussen man en vrouw Gods oorspronkelijke bedoeling met Zijn schepping weerspiegelen, en gericht zijn op het welzijn en de bloei van de mens.
WIJ ONTKENNEN dat deze verschillen het gevolg zijn van de zondeval, of dat zij behoren tot de menselijke tragiek die moet worden overwonnen.
Artikel 5
WIJ BEVESTIGEN dat de verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke geslachtskenmerken integraal onderdeel zijn van Gods doel voor ons zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk.
WIJ ONTKENNEN dat fysieke afwijkingen of psychische gesteldheden de door God ingestelde band tussen het biologische geslacht en het zelfverstaan als mannelijk en vrouwelijk tenietdoen.
Artikel 6
WIJ BEVESTIGEN dat mensen die geboren zijn met een lichamelijke aandoening in de geslachtsontwikkeling evenzeer geschapen zijn naar Gods beeld en evenveel waarde en waardigheid bezitten als alle anderen. Onze Heere Jezus Christus Zelf erkent hen als zodanig, als Hij spreekt over ‘ontmanden die uit de moederschoot zo geboren zijn’. Samen met alle anderen zijn zij welkom om Jezus Christus trouw te volgen en dienen zij hun biologisch geslacht te aanvaarden in zoverre dat kenbaar is.
WIJ ONTKENNEN dat onduidelijkheden met betrekking tot het biologisch geslacht het iemand onmogelijk maken om een vruchtbaar leven te leiden in vreugdevolle gehoorzaamheid aan Christus.
Artikel 7
WIJ BEVESTIGEN dat ons zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk bepaald moet worden door Gods heilige bedoelingen in schepping en verlossing, zoals Hij die openbaart in de Bijbel.
WIJ ONTKENNEN dat het in overeenstemming met deze heilige bedoelingen is wanneer mensen zichzelf bewust willen zien en positioneren als personen met een homoseksuele of transgenderidentiteit.
Artikel 8
WIJ BEVESTIGEN dat mensen die seksuele aantrekkingskracht ervaren tot mensen van hetzelfde geslacht een rijk en vruchtbaar leven kunnen leiden dat door het geloof in Jezus Christus aangenaam is voor God, wanneer zij een rein leven leiden – zoals dat voor alle christenen geldt.
WIJ ONTKENNEN dat seksuele aantrekkingskracht voor hetzelfde geslacht onderdeel is van de goedheid van Gods oorspronkelijke schepping, of dat het iemand buiten de hoop van het Evangelie zou plaatsen.
Artikel 9
WIJ BEVESTIGEN dat de zonde zorgt voor misvorming van seksuele verlangens, door ze niet op het huwelijksverbond, maar op seksuele onreinheid te richten. Deze misvorming omvat zowel heteroseksuele als homoseksuele onreinheid.
WIJ ONTKENNEN dat een langdurig patroon van verlangen naar seksuele onreinheid seksueel onrein gedrag rechtvaardigt.
Artikel 10
WIJ BEVESTIGEN dat het zondig is om homoseksuele onreinheid of transgenderisme goed te keuren. Wie deze wel goedkeurt wijkt fundamenteel af van de standvastigheid die van christenen verwacht mag worden en van het getuigenis waartoe zij geroepen zijn
WIJ ONTKENNEN dat de goedkeuring van homoseksuele onreinheid of transgenderisme een moreel neutrale zaak is, waarover getrouwe christenen onderling van mening mogen verschillen.
Artikel 11
WIJ BEVESTIGEN onze plicht om altijd de waarheid in liefde te spreken, ook wanneer wij tot of over elkaar spreken als mannelijk of vrouwelijk.
WIJ ONTKENNEN elke verplichting om in ons spreken God te onteren door in te gaan tegen Zijn bedoeling die Hij heeft gehad met het scheppen van mensen als Zijn beelddragers als mannelijk en vrouwelijk.
Artikel 12
WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zowel vergeving als levensveranderende kracht geeft, en dat deze vergeving en kracht een volgeling van Jezus in staat stellen om zondige verlangens te doden en te leven op een wijze die de Heere waardig is.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus onvoldoende is om alle seksuele zonden te vergeven, of onvoldoende kracht geeft aan gelovigen die zich tot seksuele zonden aangetrokken voelen, om een leven in heiliging te leven.
Artikel 13
WIJ BEVESTIGEN dat de genade van God in Christus zondaren in staat stelt om tegen een transgender-zelfverstaan te strijden en dit verkeerde zelfverstaan te verloochenen en, door Zijn geduld, de door God ingestelde verbinding tussen het biologische geslacht en het zelfverstaan als mannelijk of vrouwelijk te aanvaarden.
WIJ ONTKENNEN dat de genade van God in Christus een zelfverstaan rechtvaardigt dat niet in overeenstemming is met Gods geopenbaarde wil.
Artikel 14
WIJ BEVESTIGEN dat Christus Jezus naar deze wereld is gekomen om zondaren zalig te maken en dat, door Zijn dood en opstanding, vergeving van zonden en eeuwig leven te verkrijgen zijn voor een ieder die zich bekeert van de zonde en vertrouwt op Christus alleen als Verlosser, Heere en allerhoogste Schat.
WIJ ONTKENNEN dat de arm van de Heere te kort is om te redden, of dat ook maar één zondaar buiten Zijn bereik is.
Schriftgedeelten
De volgende Schriftgedeelten in de Bijbel kunt u erop na lezen:
Gen. 1:26-28; 2:15-25; 3:1-24; Ex. 20:14; 20:17; Lev. 18:22; 20:13; Deut. 5:18, 21; 22:5; Richt. 19:22; 2 Sam. 11:1-12:15; Job 31:1; Ps. 51:1-19; Spr. 5:1-23; 6:20-35; 7:1-27; Jes. 59:1; Mal. 2:14; Matt. 5:27–30; 19:4-6, 8-9, 12; Hand. 15:20, 29; Rom. 1:26–27; 1:32; 1 Kor. 6:9–11, 18-20; 7:1-7; 2 Kor. 5:17; Gal. 5:24; Ef. 4:15, 20–24; 5:31–32; Kol. 3:5; 1 Thess. 4:3-8; 1 Tim. 1:9–10, 15; 2 Tim. 2:22; Titus 2:11-12; Heb. 13:4; Jak. 1:14–15; 1 Pet. 2:11; Judas 7.
Deze Schriftgedeelten maken geen deel uit van het originele document, maar zijn later als referentie toegevoegd.
Naschrift
Met de Nederlandse versie van de Nashville-verklaring willen wij onverkort belijden wat Gods Woord ons verklaart en onverkort ontkennen wat tegen Gods Woord in gaat. Tegelijk voelen wij ons gedrongen de verklaring van een naschrift te voorzien, gericht op de pastorale praktijk.
Juist in het licht van deze principiële stellingname past ons belijdenis van schuld. Als christenen in Nederland hebben wij in dezen niet altijd duidelijk en publiek, en zeker niet met één mond gesproken, en zijn daarom mede-oorzaak van de verwarring in de samenleving. Ook hebben wij onze principes niet altijd met het voorbeeld van ons leven versierd. Christelijke huwelijken toonden vaak niet het beeld van de manier waarop Christus omgaat met Zijn bruid. Kerkelijk leidinggevenden zijn soms helaas mede-verantwoordelijk geweest voor de praktijk of het toedekken van (seksueel) misbruik. Principiële stellingnames hebben niet zelden geresulteerd in machtsmisbruik jegens hen die een homoseksuelegerichtheid kennen. De pastorale zorg naar deze gemeenteleden in nood is te vaak onder de maat geweest.
Dit geeft ons een des te grotere verantwoordelijkheid voor pastorale nabijheid en zorg. Wij hebben de mond van een profeet nodig, maar ook het hart van een herder. Zij die bij zichzelf een homoseksuele gerichtheid herkennen of worstelen met hun geslachtelijkheid, mogen weten in de christelijke gemeente een volwaardige plaats te hebben. Niemand kan zich immers laten voorstaan op iets goeds van zichzelf, maar allen moeten leven van genade. Ieders hart kent van nature een zondige gerichtheid en ieder mens kent zondige verlangens, die zich ook op seksueel gebied uiten. Strijden tegen de zonde betekent daarom altijd zelfverloochening. Dat is een gave van Gods genade. Ten diepste is ze slechts mogelijk vanuit Christus en door de Heilige Geest. Jezus Christus is gekomen niet om rechtvaardigen maar om zondaren te roepen tot bekering en hen zalig te maken.
Dat bepaalt het christenleven. Hierin wordt beleefd, dat onze identiteit niet ligt in onze seksualiteit, maar in onze verhouding tot Christus. Dit in de wetenschap dat hier op aarde het leven naar Gods Woord en in gemeenschap met Hem de grootste vreugde geeft, maar ook dat dit altijd ten dele zal zijn. De volle overwinning over onze zondige oude natuur is weggelegd voor straks, als alle ware gelovigen eeuwig met Christus zullen zijn. Dan zijn zij met lichaam en ziel geheel aan Hem gewijd en zal Hij zijn alles en in allen.
Nashville in het kort
Een gezamenlijke verklaring over Bijbelse seksualiteit
“Weet dat de HEERE God is;
Híj heeft ons gemaakt – en niet wij –…”Psalm 100:3
Voorwoord
Dit is een vereenvoudigde versie van de eerder gepubliceerde Nashvilleverklaring, die u kunt vinden op www.nashvilleverklaring.nl. Ook wie de Bijbel erop wil naslaan, kan hier terecht. Zie “Bijbelteksten bij de Nashvilleverklaring”.
Als predikanten en voorgangers willen we getuigen van God en Zijn Woord. Dat geldt ook voor wat Hij zegt over wat het is om mens te zijn en waar we als mensen vandaan komen. Wij willen dit doen in waarheid en liefde. Omdat God Zelf goed is én bepaalt wat goed is. Wij willen dit getuigenis vasthouden ook in deze westerse cultuur die steeds minder heeft met de moraal die we in de Bijbel vinden.
De goede God heeft mensen geschapen tot Zijn eer. Daarom geloven wij dat het goed is om te vragen naar Zijn bedoeling en wil voor ons leven. Dit is niet alleen onze plicht, maar ook tot ons bestwil. Gods wil is te vinden in de Bijbel. Wij zijn als mensheid de band met God kwijtgeraakt door onze eigen weg te kiezen. Het is God Zelf Die gezorgd heeft voor verzoening; dat is: de mogelijkheid van herstel van onze band met God. Hij heeft, toen Hij Zijn Zoon Jezus aan het kruis liet sterven, laten zien dat Hij de zonde verafschuwt, maar liefde bewijst aan zondaren die zich tot Hem wenden. Door het geloof in Christus krijg je vrede met God.
Dit neemt niet weg, dat er in deze zondige wereld veel gebrokenheid blijft. Maar in het geloof kun je met elke worsteling bij Hem terecht. Hij weet raad, ook al blijft iedere christen te kampen hebben met zondige neigingen en met gebreken. Juist daarom weet een christen dat hij van genade moet leven. Niemand kan zich laten voorstaan op iets goeds van zichzelf. Dit maakt de kerk, als het goed is, des te meer een veilige plek, waar ruimte is voor het delen van je moeilijkheden. Tegelijk klinkt hier de oproep om te geloven in Jezus Christus en te leven onder Zijn gezag.
Wij willen graag over een aantal zaken rond huwelijk en seksualiteit heldere uitspraken doen, zoals hieronder geformuleerd. Dat doen we omdat we geloven dat het voor elke christen (en voor elk mens) goed en nodig is, Gods gebruiksaanwijzing voor ons leven te volgen. Dat is niet altijd gemakkelijk, want ieder heeft punten van strijd en punten die vragen om zelfverloochening. Dat is wel altijd heilzaam, want je zondige hart volgen is een doodlopende weg.
Als we ons uitspreken, beseffen we dat we als christenen in Nederland in veel opzichten te kort zijn geschoten op het terrein van huwelijk, relaties en seksualiteit. Daaronder valt niet alleen een gebrek aan duidelijkheid maar ook een tekort aan de juiste pastorale zorg. Gods Woord wijst ons echter de juiste weg. Daarvan willen we in ootmoed getuigen. Wat wij hier in veertien punten onder woorden brengen gaat niet over bijzaken. Wij zijn ervan overtuigd dat in de kern iedere christen dit moet kunnen onderschrijven.
Bijbelse noties over man/vrouw, huwelijk en seksualiteit
- Het huwelijk is door God ingesteld als een levenslang verbond tussen één man en één vrouw.
- God vraagt elk mens rein te leven. De prachtige gave van seksualiteit hoort alleen bínnen het huwelijk thuis. Dat betekent ook dat man en vrouw trouw zijn aan elkaar.
- God heeft man en vrouw oorspronkelijk naar Zijn beeld geschapen. Ze zijn gelijkwaardig, en toch door God verschillend geschapen.
- De door God gegeven verschillen tussen man en vrouw weerspiegelen Gods oorspronkelijke bedoeling bij de schepping. Ze zijn gericht op het welzijn en de bloei van de mens. Man en vrouw vullen elkaar aan.
- In overeenstemming met Gods plan laten onze geslachtskenmerken zien of wij man of vrouw zijn.
- Bij sommige mensen is sprake van aangeboren afwijkingen in geslachtskenmerken. Dat maakt hen voor God als mens echter niet minder waardevol. Elk mens is geroepen God te dienen en Jezus Christus te volgen.
- Bij de vraag of wij onszelf zien als man of vrouw moeten we ons laten leiden door Gods Woord. De kern van je identiteit –hoe je over jezelf denkt en hoe je leeft– wordt in de eerste plaats bepaald door je christen-zijn. Dit geldt ook als je een homoseksuele of transgender-gerichtheid ervaart.
- Mannen en vrouwen met homogevoelens kunnen net als andere mensen, wanneer zij rein leven, een rijk en waardevol leven leiden dat door het geloof in Jezus Christus aangenaam is voor God.
- De zonde kan seksuele verlangens op seksuele onreinheid richten. Dat omvat alle seksualiteit buiten het door God ingestelde huwelijk, zowel heteroseksuele als homoseksuele onreinheid. Het langdurig hebben van verkeerde verlangens is geen reden om eraan toe te geven.
- Als iets niet Gods wil is, mogen we het niet goedkeuren. Dat geldt ook voor seks met iemand van hetzelfde geslacht en voor leven als iemand van het andere geslacht als je lichaam duidelijk toont dat God je als man of vrouw heeft gemaakt.
- We moeten altijd met liefde en respect Gods waarheid blijven spreken en ons leven daarnaar richten, ook in zaken van seksualiteit en geslachtelijkheid.
- De genade van God schenkt ons in Jezus Christus vergeving van zonden. Diezelfde genade geeft ons ook de kracht om onze zondige verlangens –van welke aard ook– te ‘doden’, dat wil zeggen om in Zijn kracht meer en meer te leren leven op een manier die de Heere waardig is. Dit betekent niet zozeer ‘genezing’ – alsof verkeerd gerichte verlangens in dit leven altijd zouden verdwijnen.
- Jezus Christus wil elke christen de genade geven om te leven in harmonie met het biologische geslacht dat God hem of haar heeft gegeven.
- Jezus Christus is gekomen om zondaren te redden. Door Zijn dood en opstanding is er vergeving van zonden en eeuwig leven te verkrijgen. Dat geldt voor iedereen die zijn of haar zonde erkent, zich afkeert van alles wat niet naar Gods wil is en op Christus alleen vertrouwt als Verlosser en Heere.
Bijbelgedeeltes bij Nashville-verklaring
De Nashvilleverklaring geeft in veertien stellingen enkele aspecten weer van wat de Bijbel zegt over huwelijk, (homo)seksualiteit en gender. De onderliggende Bijbelteksten staan echter niet expliciet vermeld. Hieronder staat per stelling een aantal Bijbelteksten uitgeschreven, met de tekstverwijzingen en soms een korte toelichting. Dit is bedoeld voor hen die de Bijbel er graag op na willen slaan.
We willen hier wel benadrukken dat het hele getuigenis van de Schrift belangrijk is: de stellingen zijn niet gebaseerd op losse Bijbelteksten. De basis van de verklaring ligt in het weer naar voren halen van de fundamentele betekenis van het huwelijk zoals de Bijbel daarover spreekt. Dat gebeurt in de Schrift op vele plaatsen.
- Over de instelling van het huwelijk spreekt Genesis 2:21-24 met de volgende woorden:
Toen deed de Heere God een diepe slaap op Adam vallen, en hij sliep; en Hij nam een van zijn ribben, en sloot de plaats ervan toe met vlees. En de Heere God bouwde de rib die Hij van Adam genomen had, tot een vrouw en Hij bracht haar tot Adam. Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn beenderen en vlees van mijn vlees! Deze zal Manninne heten, omdat zij uit de man genomen is. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en zij zullen tot één vlees zijn. En zij waren beiden naakt, Adam en zijn vrouw; en zij schaamden zich niet.
- Over trouw binnen het huwelijk spreekt de Heere Jezus in o.a. Mattheus 19: 5, 6 met de volgende woorden:
Hebt u niet gelezen dat Hij die de mens gemaakt heeft, hen van den beginne man en vrouw gemaakt heeft? En gezegd heeft: Daarom zal een man vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Wat dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet.
We lezen in de Tien Geboden duidelijke taal (Exodus 20:14 en 17):
Gij zult niet echtbreken – Gij zult niet begeren … uws naasten vrouw …
In Psalm 51 belijdt David zijn zonde van overspel en zegt daarbij in vers 6 dat hij tegen God gezondigd heeft. Spreuken 5-7 waarschuwen tegen overspel. Lees ook Maleachi 2:14-16, en Hebreeën 13:4:
Het huwelijk zij in ere onder allen, en het bed onbevlekt; maar hoereerders en overspelers zal God oordelen.
- In Genesis 1: 27 lezen we:
En God schiep de mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.
Man en vrouw hebben elkaar nodig en vullen elkaar aan. We lezen dat Adam tussen alle dieren geen hulp vond die tegenover hem (op gelijke voet) stond (Genesis 2:20).
- Over de verschillen tussen man en vrouw en hoe zij elkaar kunnen dienen, lezen we in Efeze 5:21-33. We citeren hier niet het hele gedeelte.
Weest elkander onderdanig in de vreze van God.
U, vrouwen, weest aan uw eigen man onderdanig, gelijk aan den Heere; Want de man is het hoofd van de vrouw, gelijk ook Christus het Hoofd van de Gemeente is; en Hij is de Behouder van het lichaam. (…)
U, mannen, hebt uw eigen vrouw lief, gelijk ook Christus de Gemeente liefgehad heeft, en Zichzelf voor haar heeft overgegeven;
Alzo zijn de mannen schuldig hun eigen vrouw lief te hebben, zoals hun eigen lichaam. Die zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief. Want niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, maar hij voedt het en onderhoudt het, zoals ook de Heere de Gemeente.
Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen; en die twee zullen tot één vlees zijn. Deze verborgenheid is groot; maar ik zeg dit met het oog op Christus en de Gemeente.
- Hier kunnen we opnieuw Genesis 1:27 laten spreken (zie onder 3) en ook Deuteronomium 22:5, waar staat:
Het kleed van een man zal niet door een vrouw gedragen worden, en een man zal geen vrouwenkleed aantrekken; want al wie zulks doet, is de Heere, uw God, een gruwel.
Het woord kleed gaat letterlijk om voorwerpen of tuig (gereedschap). Je kunt ook zeggen: Doe je als man niet voor als vrouw (en andersom).
- De Schrift weet van mensen die met een gebrek zijn geboren (zonder duidelijk geslacht bijvoorbeeld), maar ze zijn welkom bij de Heere In Mattheus 19:12 zegt de Heere Jezus:
Want er zijn gesnedenen, die uit moeders lijf zo geboren zijn
In Jesaja 56:3-5 lezen we:
De ontmande zegge niet: Zie, ik ben een dorre boom. Want alzo zegt de Heere van de ontmanden die Mijn sabbatten houden, verkiezen wat Mij behaagt en vasthouden aan Mijn verbond; Ik zal hen ook in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan van zonen en dochteren; een eeuwigen naam zal Ik eenieder van hen geven, die niet uitgeroeid zal worden.
- Paulus schrijft over wie we in Christus zijn in Efeze 4:20-24 het volgende:
Maar zo hebt u Christus niet geleerd. Indien u naar Hem gehoord hebt en door Hem geleerd bent, zoals de waarheid is in Jezus; dat u, aangaande uw vroegere wandel, de oude mens zou afleggen, die ten verderve gaat door de verleidelijke begeerten. En dat u vernieuwd zou worden in den geest van uw denken en den nieuwe mens zou aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid.
Verder zegt hij in 2Korinthe 5:17 het volgende:
Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.
In Galaten 2:20 zegt Paulus:
Ik ben met Christus gekruisigd en toch leef ik, maar niet meer ik maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven.
In Kolosse 3:9-11 lezen we:
… daar u uitgedaan hebt de oude mens met zijn werken en aangedaan de nieuwe mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld van Degene Die hem geschapen heeft. Daarin is Griek noch Jood, besnijdenis nog voorhuid, barbaar noch Scyth, dienstknecht noch vrije; maar Christus is alles en in allen.
- In Efeze 4:17 schrijft Paulus:
Ik zeg dan dit en betuig het in de Heere, dat u niet meer wandelt zoals als de heidenen wandelen in de ijdelheid van hun denken …
In 1Thessalonisenzen 4:3-8 lezen we:
Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat u zich onthoudt van hoererij. Dat eenieder van u zijn vat weet te bezitten in heiligmaking en eer, niet in begerige hartstocht, zoals de heidenen die God niet kennen. (…) Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot heiligmaking. Zo dan die dit verwerpt, verwerpt geen mens maar God, Die ook Zijn Heilige Geest in ons heeft gegeven.
Het woord vat slaat hier op ons eigen lichaam – zie ook 1Korinthe 6:18-20 hieronder.
- Jezus zei in Mattheus 5:28 (in de Bergrede):
Ik zeg u, dat wie een vrouw aanziet, om die te begeren, die heeft al overspel in zijn hart met haar gedaan.
Job wist hoe hij hiermee om moest gaan (Job 31:1):
Ik heb een verbond gemaakt met mijn ogen; hoe zou ik dan acht gegeven hebben op een maagd?
In 1Korinthe 6:19-20 lezen we nog:
Vliedt de hoererij. Alle zonde die de mens doet, is buiten het lichaam. Maar wie hoererij bedrijft, zondigt tegen zijn eigen lichaam. Of weet u niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u is, Die u van God hebt, en dat u niet van uzelf bent? Want u bent duur gekocht: zo verheerlijkt dan God in uw lichaam en in uw geest, welke van God zijn.
- Wat betreft homoseksuele gemeenschap leert de Schrift ons in Leviticus 18:22:
Bij een manspersoon zult gij niet liggen als bij een vrouw; dit is een gruwel.
Paulus zet dit in een rijtje met andere zonden (1Korinthe 6:10,11):
Dwaalt niet; noch hoereerders, noch afgodendienaars, noch overspelers, noch ontuchtigen, noch die bij mannen liggen, noch dieven, noch gierigaards, noch dronkaards, geen lasteraars, geen rovers zullen het Koninkrijk Gods beërven. En dit waren sommigen van u; maar u bent afgewassen, maar u bent geheiligd, maar u bent gerechtvaardigd, in de Naam van de Heere Jezus en door de Geest van onze God.
In Romeinen 1:26-28 zegt Paulus:
Daarom heeft God hen overgegeven aan onterende hartstochten; want ook hun vrouwen hebben de natuurlijke omgang veranderd in de tegennatuurlijke. En evenzo de mannen, nalatende de natuurlijke omgang met de vrouw, zijn verhit geworden in hun lust tegen elkaar, mannen met mannen schandelijkheid bedrijvende .…
Wie verder leest, ontdekt dat Paulus dit in een lijst van zonden zet.
- In Mattheus 9:36 lezen we hoe Jezus naar de mensen keek:
En Hij, de scharen ziende, werd innerlijk met ontferming bewogen over hen, omdat zij vermoeid en verstrooid waren, gelijk schapen die geen herder hebben.
Toen een overspelige vrouw bij Hem gebracht werd (Johannes 8:1-11), lezen we:
En Jezus, Zich oprichtende en niemand ziende dan de vrouw, zeide tot haar: Vrouw, waar zijn uw beschuldigers? Heeft u niemand veroordeeld? En zij zeide: Niemand, Heere! En Jezus zeide tot haar: Zo veroordeel Ik u ook niet; ga heen, en zondig niet meer.
Paulus schrijft dan in Efeze 4:15,16:
Maar de waarheid betrachtende in liefde, alleszins zouden opgroeien in Hem, Die het Hoofd is, namelijk Christus … tot … opbouwing in de liefde.
- Paulus leert ons in Galaten 5:24:
Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruisigd met de hartstochten en begeerten.
Boven lazen we al in Efeze 4:22-24 en in Kolosse 3:1-6 lezen we:
Indien u dan met Christus opgewekt bent, zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand van God. Bedenkt de dingen die boven zijn, niet die op de aarde zijn. Want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. Wanneer Christus zal geopenbaard worden, Die ons leven is, dan zult ook u met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. Doodt dan uw leden die op de aarde zijn, hoererij, onreinheid, hartstochten, kwade begeerte, en de hebzucht, die afgodendienst is.
Petrus leert ons tenslotte in 1 Petrus 2:11:
Geliefden, ik vermaan u als bijwoners en vreemdelingen, dat u zich onthoudt van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen uw ziel.
- In Mattheus 16:24,25 lezen we: Toen zeide Jezus tot Zijn discipelen:
Zo iemand achter Mij wil komen, die verloochene zichzelf en neme zijn kruis op en volge Mij. Want wie zijn leven zal willen behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliezen zal om Mijnentwil, die zal het vinden.
Paulus spreekt in Efeze 6:10-18 over een geestelijke strijd:
Voorts, mijn broeders, wordt krachtig in den Heere en in de sterkte van Zijn macht. Doet de gehele wapenrusting van God aan, opdat u kunt standhouden tegen de listige verleidingen van de duivel. Want wij hebben geen strijd tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht. Daarom neemt de gehele wapenrusting Gods aan, opdat u weerstand kunt bieden in de boze dag, en alles verricht hebbende, staande blijven (Efeze 6:10-13).
- In Lukas 19:10 lezen we:
Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren was.
In Johannes 3:36 staat het volgende:
Wie in de Zoon gelooft, heeft het eeuwige leven; maar wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn Gods blijft op hem.
Nashville-verklaring
A coalition for Biblical sexuality
“Know that the LORD Himself is God;
It is He who has made us, and not we ourselves…”Psalm 100:3
Preamble
Evangelical Christians at the dawn of the twenty-first century find themselves living in a period of historic transition. As Western culture has become increasingly post-Christian, it has embarked upon a massive revision of what it means to be a human being. By and large the spirit of our age no longer discerns or delights in the beauty of God’s design for human life. Many deny that God created human beings for his glory, and that his good purposes for us include our personal and physical design as male and female. It is common to think that human identity as male and female is not part of God’s beautiful plan, but is, rather, an expression of an individual’s autonomous preferences. The pathway to full and lasting joy through God’s good design for his creatures is thus replaced by the path of shortsighted alternatives that, sooner or later, ruin human life and dishonor God.
This secular spirit of our age presents a great challenge to the Christian church. Will the church of the Lord Jesus Christ lose her biblical conviction, clarity, and courage, and blend into the spirit of the age? Or will she hold fast to the word of life, draw courage from Jesus, and unashamedly proclaim his way as the way of life? Will she maintain her clear, counter-cultural witness to a world that seems bent on ruin?
We are persuaded that faithfulness in our generation means declaring once again the true story of the world and of our place in it—particularly as male and female. Christian Scripture teaches that there is but one God who alone is Creator and Lord of all. To him alone, every person owes gladhearted thanksgiving, heart-felt praise, and total allegiance. This is the path not only of glorifying God, but of knowing ourselves. To forget our Creator is to forget who we are, for he made us for himself. And we cannot know ourselves truly without truly knowing him who made us. We did not make ourselves. We are not our own. Our true identity, as male and female persons, is given by God. It is not only foolish, but hopeless, to try to make ourselves what God did not create us to be.
We believe that God’s design for his creation and his way of salvation serve to bring him the greatest glory and bring us the greatest good. God’s good plan provides us with the greatest freedom. Jesus said he came that we might have life and have it in overflowing measure. He is for us and not against us. Therefore, in the hope of serving Christ’s church and witnessing publicly to the good purposes of God for human sexuality revealed in Christian Scripture, we offer the following affirmations and denials.
Article 1
WE AFFIRM that God has designed marriage to be a covenantal, sexual, procreative, lifelong union of one man and one woman, as husband and wife, and is meant to signify the covenant love between Christ and his bride the church.
WE DENY that God has designed marriage to be a homosexual, polygamous, or polyamorous relationship. We also deny that marriage is a mere human contract rather than a covenant made before God.
Article 2
WE AFFIRM that God’s revealed will for all people is chastity outside of marriage and fidelity within marriage.
WE DENY that any affections, desires, or commitments ever justify sexual intercourse before or outside marriage; nor do they justify any form of sexual immorality.
Article 3
WE AFFIRM that God created Adam and Eve, the first human beings, in his own image, equal before God as persons, and distinct as male and female.
WE DENY that the divinely ordained differences between male and female render them unequal in dignity or worth.
Article 4
WE AFFIRM that divinely ordained differences between male and female reflect God’s original creation design and are meant for human good and human flourishing.
WE DENY that such differences are a result of the Fall or are a tragedy to be overcome.
Article 5
WE AFFIRM that the differences between male and female reproductive structures are integral to God’s design for self-conception as male or female.
WE DENY that physical anomalies or psychological conditions nullify the God-appointed link between biological sex and self-conception as male or female.
Article 6
WE AFFIRM that those born with a physical disorder of sex development are created in the image of God and have dignity and worth equal to all other image-bearers. They are acknowledged by our Lord Jesus in his words about “eunuchs who were born that way from their mother’s womb.” With all others they are welcome as faithful followers of Jesus Christ and should embrace their biological sex insofar as it may be known.
WE DENY that ambiguities related to a person’s biological sex render one incapable of living a fruitful life in joyful obedience to Christ.
Article 7
WE AFFIRM that self-conception as male or female should be defined by God’s holy purposes in creation and redemption as revealed in Scripture.
WE DENY that adopting a homosexual or transgender self-conception is consistent with God’s holy purposes in creation and redemption.
Article 8
WE AFFIRM that people who experience sexual attraction for the same sex may live a rich and fruitful life pleasing to God through faith in Jesus Christ, as they, like all Christians, walk in purity of life.
WE DENY that sexual attraction for the same sex is part of the natural goodness of God’s original creation, or that it puts a person outside the hope of the gospel.
Article 9
WE AFFIRM that sin distorts sexual desires by directing them away from the marriage covenant and toward sexual immorality— a distortion that includes both heterosexual and homosexual immorality.
WE DENY that an enduring pattern of desire for sexual immorality justifies sexually immoral behavior.
Article 10
WE AFFIRM that it is sinful to approve of homosexual immorality or transgenderism and that such approval constitutes an essential departure from Christian faithfulness and witness.
WE DENY that the approval of homosexual immorality or transgenderism is a matter of moral indifference about which otherwise faithful Christians should agree to disagree.
Article 11
WE AFFIRM our duty to speak the truth in love at all times, including when we speak to or about one another as male or female.
WE DENY any obligation to speak in such ways that dishonor God’s design of his imagebearers as male and female.
Article 12
WE AFFIRM that the grace of God in Christ gives both merciful pardon and transforming power, and that this pardon and power enable a follower of Jesus to put to death sinful desires and to walk in a manner worthy of the Lord.
WE DENY that the grace of God in Christ is insufficient to forgive all sexual sins and to give power for holiness to every believer who feels drawn into sexual sin.
Article 13
WE AFFIRM that the grace of God in Christ enables sinners to forsake transgender selfconceptions and by divine forbearance to accept the God-ordained link between one’s biological sex and one’s self-conception as male or female.
WE DENY that the grace of God in Christ sanctions self-conceptions that are at odds with God’s revealed will.
Article 14
WE AFFIRM that Christ Jesus has come into the world to save sinners and that through Christ’s death and resurrection forgiveness of sins and eternal life are available to every person who repents of sin and trusts in Christ alone as Savior, Lord, and supreme treasure.
WE DENY that the Lord’s arm is too short to save or that any sinner is beyond his reach.